Dit belangrijke DOC-wijngebied ligt ten zuiden van de Douro rivier. In het gebied stromen 2 rivieren de Dão (waar het DOC-gebied naar is genoemd) en de Mondego. De Dão is een hoogvlakte welke wordt omringd door diverse bergketens. De wijnbouw wordt vooral bedreven op de terrassen tegen de hellingen.
De onvruchtbare bodem, voornamelijk uit verweerde graniet bestaand, is zeer geschikt voor wijnbouw. In het zuiden van de Dão vindt men leisteen waarop fraaie wijnen kunnen ontstaan.
Het klimaat is gematigd mediterraan met warme droge zomers en koude vochtige winters. Het klimaat wordt zowel beïnvloed door de Atlantische Oceaan in het westen als door de Spaanse hoogvlakte in het oosten.
Vroeger produceerde de Dão veel bulkwijn, dit bracht het gebied in diskrediet, gelukkig is die tijd voorbij. Er worden hoofdzakelijk rode wijnen (80%) en slechts weinig witte wijnen (20%) geproduceerd. Quintawijnen zijn sterk in opkomst. De rode wijnen zijn zeer goed houdbaar en moeten lang rijpen om de tannine af te breken Ouderwetse wijnen hebben plaats gemaakt voor moderne die eerder en gemakkelijker drinkbaar en minder hard zijn.
Rode Dão’s zijn in hun jeugd rijk aan tannine en kleurstoffen, purperkleurig en wijzigen hun kleur geleidelijk naar ruby en tawny, net als de Port, om na zeer lange opslag een kastanjebruine kleur aan te nemen. Rode wijnen zijn droog, vaak alcoholrijk (11-13,5%)en krijgen de naam “vinho maduro” (volwassen wijn) als ze 18 maanden op vat hebben gelegen gevolgd door 2 maanden fles.
De twee belangrijkste druivenrassen zijn Touriga Nacional met cassis-, munt- en viooltjesgeuren en Tinta Roriz met een braam- en balsemaroma. Met het verouderen worden de Dão’s zachter, fruitiger en complexer. De wijnen zijn enigszins te vergelijken met rode Bourgogne-wijnen.